Een straatkind zal niet naar onze opvangcentra komen om genoeg te eten of om nieuwe kleren te krijgen…

Als hij naar onze centra komt, is dat omdat hij daar een liefdevolle sfeer voelt. Hij verwacht niet dat wij volmaakt zijn. Zijn hart vraagt om de enige noodzakelijke remedie: liefde, een absolute bescherming tegen het kwaad dat hij heeft geleden, een tere balsem op de wonden van zijn hart. Wij moeten voor hem de kleine gewone gebaren van iedere dag met liefde vervullen. Dat maakt zijn dag buitengewoon!

M. Dauchez

Het ergste leed voor een straatkind is niet materiële nood

Inderdaad, niet genoeg te eten hebben of blootsvoets door de straten van de stad lopen is een ontbering waaraan zij snel gewend raken. Overleven is een kunst die ze snel onder de knie krijgen. Maar hun harten worden er niet door gerust gesteld, want als zij hun toevlucht hebben gezocht op straat, dan is dat vooral omdat hun een grondrecht is ontzegd, het levenssap van de ziel: namelijk lief te hebben en bemind te worden. Wat ook de reden is waarom zij het ouderlijk huis moesten ontvluchten, het is altijd een dramatische situatie die onvermijdelijk een diepe kwetsuur in de ziel veroorzaakt.

Het kwaad waarmee zij geconfronteerd worden, lijkt de grootste belemmering voor geluk te zijn …

Het kwaad is een absoluut raadsel, de intellectuele impasse waarvoor iedereen zich terugtrekt. Van de grootste filosofen tot de meest briljante theologen, verklaringen blijven steriel tegenover een mysterie dat ons diep raakt. Onze vloed aan woorden om het toch uit te leggen, benadrukt slechts onze onmacht tegenover het grootste schandaal in de geschiedenis van de mensheid.

Als wij het kwaad niet bestrijden, steunen wij het en geven wij het de kans om zich te verspreiden en te ontwikkelen. We moeten kiezen, we kunnen niet onverschillig blijven. Wij kunnen het kwaad niet bestrijden door niets te doen, er is geen neutraliteit in deze strijd.

Wij zijn tevreden met de resultaten die wij boeken…

Wij zijn blij met de resultaten die wij boeken en wij blijven ons dag na dag inzetten om ervoor te zorgen dat het traject van elk straatkind een goede afloop kent. Maar verwar vruchten niet met resultaten.

Onze mooiste troost is ongetwijfeld de vruchten in de harten van deze kinderen, waarvan wij de bevoorrechte getuigen zijn, nl. de verrijzenis van gewonde zielen: de vergeving die geschonken wordt, de hoop die herboren wordt, maar ook heel eenvoudig de aandacht voor de ander, het verlangen om lief te hebben en die liefde om hen heen te verspreiden.